Column Henk Prins: ‘De Zijlijnroepers van de Dorpsstraat’

Ze zijn er altijd. Aan de stamtafel van het café, bij het voetbalveld, op buurtapps of in de rij bij de bakker. De Zijlijnroepers van de lokale democratie. Met een bak koffie of een biertje in de hand, roepen ze het hardst: “De gemeente doet ook nooit wat!”, “Het hele college zit er voor zichzelf!”, of: “Als ík het voor het zeggen had, was dit dorp allang op orde geweest!”

Maar ze zitten niet in de raad. Ze komen niet naar inspraakavonden. Ze dienen geen zienswijzen in op bouwplannen. Ze reageren niet op een enquête van de gemeente. Nee, ze roepen. Hard en vaak. Vooral als het te laat is.

De straat waar ze zelf geen stoepblad voor willen vegen, is “een schande van de gemeente.” De nieuwbouw die ze jaren hebben genegeerd in het voortraject, is ineens “onacceptabel.” De jongeren die nergens terechtkunnen, zijn “een probleem van de politiek.” De Zijlijnroeper is nooit verantwoordelijk. Altijd slachtoffer van ‘de verkeerde besluiten daarboven’.

Maar ‘daarboven’, dat is hier. Dat is de gemeenteraad, waar je je buurvrouw in herkent. Dat zijn de raadsleden die naast hun gewone baan avonden vol stukken lezen, vergaderen, buurten bezoeken en ruzie moeten maken over geld dat er niet is. En dat voor een vergoeding waar je eerder op toelegt dan aan verdient.

Even wat cijfers: een raadslid in een middelgrote gemeente steekt wekelijks gemiddeld tussen de 12 en 20 uur in zijn of haar werk. Commissievergaderingen voorbereiden, werkbezoeken, fractievergaderingen, raadsavonden, inwoners spreken — het stapelt zich snel op. Voor fractievolgers of commissieleden geldt een iets lagere belasting, maar ook zij zijn gemiddeld 6 tot 10 uur per week kwijt aan hun rol. En dat allemaal naast werk, gezin, vrijwilligerswerk en, o ja, een sociaal leven.

Toch krijgen ook zij het volle bombardement van het zijlijnkoor: “Ze luisteren niet!”, “Ze zitten er voor zichzelf!”, “Ze maken alles kapot!” Terwijl het vaak dezelfde mensen zijn die geen idee hebben hoe je een bestemmingsplan leest, en bij wie de gemeenteraadsverkiezingen niet eens op de agenda stonden — laat staan dat ze wisten wie er op de lijst stonden.

Lokale politiek is dichtbij, maar dat maakt haar niet makkelijker. Integendeel. Elke euro moet drie keer worden uitgelegd, elk besluit raakt mensen die je bij de supermarkt tegenkomt. Toch lijkt het vertrouwen in de lokale politiek even laag als in het landelijke circus.

Dat is niet alleen oneerlijk — het is ook gemakzuchtig. Want lokale democratie kan alleen functioneren als inwoners zich laten horen vóórdat het misgaat. Niet alleen als er een boom gekapt wordt of een windmolen in de buurt dreigt te komen. Niet alleen als de gemeentebelastingen omhooggaan. Maar ook in rustige tijden, als er beleid wordt gemaakt voor later.

De deur van het gemeentehuis staat open. Letterlijk. Iedere inwoner kan naar binnen lopen, een raadslid mailen, inspreken tijdens een raadsvergadering, of zich verkiesbaar stellen. Maar de Zijlijnroepers blijven liever buiten staan. Want meedoen is ingewikkeld. Dan moet je luisteren, afwegen, jezelf inlezen. En erger nog: dan kun je niet meer simpel roepen dat alles anders moet. Dan moet je keuzes maken.

Er is niets mis met kritiek. Kritiek is de motor van de democratie. Maar kritiek zonder inzet is als een brandblusser zonder spuitmond: veel lawaai, weinig nut. Dus, lieve Zijlijnroeper: als je het allemaal beter weet — wees welkom. Sluit je aan bij een partij. Begin je eigen lijst. Kom naar een inspraakavond. Stel vragen. Doe mee.

En als je dat niet doet: ook prima. Maar laat dan alsjeblieft het schreeuwen over aan mensen die bereid zijn hun nek uit te steken. Want van de zijlijn win je geen wedstrijd. Daar kijk je alleen maar toe.

Deze column verscheen eerder in andere media Ik schrijf mijn column op persoonlijke titel. Meer van Henk Prins


Ontdek meer van Westfriesland Praat

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.