WESTFRIESLAND – Volgens het RIVM heeft in 2050 64% van de bevolking, vooral jongeren, overgewicht. Uit onderzoek van Verian in opdracht van Jantje Beton blijkt dat maar liefst ruim 400.000 kinderen nooit of bijna nooit buiten spelen. Slechts 13% van de kinderen speelt dagelijks buiten. Het is onomstotelijk bewezen dat kinderen die regelmatig buitenspelen niet alleen fysiek gezonder zijn, maar ook beter scoren op sociale en mentale ontwikkelingsaspecten
Grote zorgen over huidige situatie
Sociale omstandigheden spelen een steeds grotere rol. In stedelijke gebieden ervaren kinderen vaker dat de buitenruimte onveilig is. Uit het onderzoek van Jantje Beton blijkt dat 47% van de kinderen in zeer stedelijke gebieden het gevoel heeft dat buitenspelen gevaarlijk is, tegenover 35% gemiddeld. Dit wordt verder versterkt door de ervaring van ouders: 1 op de 6 ouders in wijken met weinig groen geeft aan dat zij regelmatig het gevoel hebben dat het buitenspelen van hun kinderen gevaarlijk is, vergeleken met 1 op de 17 ouders gemiddeld. Het ervaren gevaar zit in verder weg gelegen speelplekken, verkeer en sociale veiligheid.
De afgelopen jaren ziet Jantje Beton een zorgwekkende trend: steeds meer kinderen zitten binnen. Deze afname heeft ernstige gevolgen voor de fysieke gezondheid van onze kinderen, en voor hun sociale en mentale ontwikkeling. “Als we deze trend niet keren, dreigen we een generatie te verliezen die onvoldoende beweegt, wat ernstige gezondheidsgevolgen met zich meebrengt, zoals obesitas, slechte motorische ontwikkeling en mentale problemen,” zegt Mascha van Werven, directeur-bestuurder van Jantje Beton
Om tot een betere en vooral gezondere buitenspeelruimte te komen ziet Jantje Beton het liefst dat schoolpleinen na sluitingstijden ook gewoon open zijn en de scholen zelf te stimuleren dat het plein groener en speelser gaat worden.
‘Maar,’ zegt Van Werven, ‘het betrekken van kinderen en buurtbewoners bij de ontwikkeling van speelruimtes verhoogt de kwaliteit en het gebruik ervan. Investeren in ‘gezonde buurten’, waar jong en oud kunnen bewegen, spelen en sporten in een groene omgeving, bevordert zowel fysieke gezondheid als sociale cohesie. Dit draagt bij aan het algemeen welzijn van mensen. Het voortzetten van de inzet van beroepskrachten en vrijwilligers, zoals buitenspeelcoaches, is essentieel om kinderen in een veilige omgeving vrij te laten spelen. De aanwezigheid van en trainingen voor jeugdwerkers en buurtsportcoaches versterken deze aanpak.‘
Ook ziet Van Werven het liefst dat speeltuinorganisaties beter gewaardeerd gaat worden, Van Werven: “door vrijwilligers beheerde speeltuinen hebben maatschappelijk bijzonder veel meerwaarde, en het is hard nodig deze bijzondere pedagogische basisvoorziening te ondersteunen, zeker omdat 27% van de speeltuinen het moeilijk heeft en aan geeft binnen nu en 5 jaar te zullen gaan stoppen.” Volgens Van Werven faciliteert niet elke gemeente speeltuinen met voldoende financiële ondersteuning.
Ook kinderen in steden moeten kunnen meespelen
Van Werven gaat verder door te vertellen dat Jantje Beton ook kinderen in stedelijke gebieden met weinig groen, maar ook kinderen met een handicap of chronische ziekte het liefst meer buiten ziet spelen, nu doen ze dat veel te weinig. “Het genoemde onderzoek van Jantje Beton toont aan dat in wijken met weinig groen 51% van de kinderen nooit of bijna nooit buiten speelt, tegenover 32% gemiddeld. Door deze kinderen extra aandacht te geven, kunnen alle kinderen gelukkig en gezond opgroeien. Zo deden al veel gemeenten, mede vanuit het perspectief van VN-Verdrag Handicap, een SamenSpeelBelofte om kinderen met een beperking gebruik te laten maken van publieke voorzieningen, zoals speeltuinen.”
Ontdek meer van Westfriesland Praat
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.