WEST-FRIESLAND, 26 november 2025 – De Afdeling advisering van de Raad van State heeft op 19 november 2025 haar advies vastgesteld over het wetsvoorstel dat de Mediawet 2008 moet wijzigen om de publieke mediaopdracht op lokaal niveau te versterken. Het advies is op 24 november 2025 openbaar gemaakt. In dit advies is de Raad van State Mediawet lokale omroep-plannen grondig tegen het licht gehouden.
Rijk in plaats van gemeenten als financier
Het kabinet wil met het wetsvoorstel de positie van lokale publieke omroepen versterken, omdat deze volgens de regering onder zware druk staan. Lokale omroepen zouden onvoldoende middelen hebben om hun publieke taken goed uit te voeren: inwoners informeren, journalistiek onderzoek doen en zorgen voor lokale verbinding. De Raad van State onderschrijft het belang van sterke lokale journalistiek, maar zet vraagtekens bij de gekozen route.
Kern van het wetsvoorstel is dat lokale publieke omroepen niet langer door gemeenten, maar rechtstreeks door het Rijk worden bekostigd. Daarnaast wordt het aantal lokale publieke omroepen beperkt tot maximaal tachtig, die elk een groter verzorgingsgebied moeten gaan bedienen.
Ook wordt de aanwijzingsprocedure voor lokale publieke omroepen aangepast. De Stichting Nederlandse Lokale Publieke Omroepen (NLPO) krijgt daarin een belangrijke rol als samenwerkings- en coördinatieorgaan. De NLPO moet landelijke ondersteuning bieden, de samenwerking tussen omroepen bevorderen en een spil vormen in het nieuwe stelsel.
Lees ook: Streekomroep op zwart zaad, zonder extra geld toekomst onduidelijk
Volgens de regering zal deze combinatie van landelijke bekostiging en schaalvergroting leiden tot sterkere, professionelere omroepen met meer journalistieke slagkracht. De Raad van State vindt echter dat deze verwachting nog onvoldoende is onderbouwd.
Betere onderbouwing van de financiële effecten nodig
De Afdeling advisering onderschrijft dat lokale omroepen essentieel zijn voor de democratische rechtsstaat. Juist zij zitten dicht op dorps- en stadspolitiek, lokale verenigingen, maatschappelijke organisaties en bewoners. Maar de Raad van State waarschuwt dat het niet automatisch zo is dat grotere, centraal gefinancierde organisaties ook betere lokale journalistiek leveren.
Uit de toelichting bij het wetsvoorstel blijkt volgens de Raad van State onvoldoende dat de nieuwe opzet daadwerkelijk zal zorgen voor toereikende bekostiging. Er is nog niet overtuigend aangetoond dat de middelen in het nieuwe stelsel voldoende zijn om alle publieke taken op lokaal niveau goed uit te voeren.
Bovendien wijst de Raad op het risico dat grotere omroepen juist verder van de lokale gemeenschap af komen te staan. Wanneer één omroep verantwoordelijk wordt voor meerdere gemeenten, kan de focus verschuiven naar grotere kernen of ‘belangrijkste’ plaatsen in het gebied. Kleinere dorpen en wijken dreigen dan minder in beeld te komen.
Lees ook: Streekomroep vraagt extra geld van de zeven gemeenten in West-Friesland
Twijfels over maximum van tachtig omroepgebieden
Een ander belangrijk kritiekpunt gaat over het voorgestelde maximum van tachtig omroepgebieden. Dit maximum wordt in de wet zelf vastgelegd. De Raad van State vindt dat onhandig en weinig flexibel.
Als later blijkt dat een omroepgebied te groot is, of dat het gebied geen duidelijke eigen geografische, economische of sociaal-culturele identiteit heeft, wordt het lastig om het wettelijk vastgelegde maximum te doorbreken. Dan is het moeilijker om een te groot gebied op te splitsen in kleinere, beter passende regio’s.
De Afdeling advisering raadt daarom aan om het maximum niet in de wet zelf vast te leggen, maar op een manier die meer ruimte laat om later bij te sturen wanneer de praktijk daarom vraagt.
Lokale binding en rol van de NLPO
In het nieuwe stelsel gaan zowel de gemeenteraad als de NLPO het Commissariaat voor de Media adviseren bij de aanwijzing van een lokale publieke omroep. De wet verdeelt de beoordelingscriteria over beide adviseurs.
De Raad van State ziet hier een risico voor de lokale binding. Wanneer de landelijke NLPO te veel inhoudelijke criteria krijgt toebedeeld, kan de stem van de gemeenteraad en de lokale gemeenschap naar de achtergrond verdwijnen. Daarom adviseert de Raad van State om de voorgestelde verdeling van de criteria opnieuw te bekijken. Het uitgangspunt moet zijn dat de lokale binding en het draagvlak in de gemeente(s) voldoende zwaar blijven wegen.
Daarnaast vraagt de Raad om in de toelichting bij het wetsvoorstel duidelijker uit te leggen dat de NLPO géén openbaar gezag uitoefent. De stichting speelt een belangrijke rol in het stelsel, maar is geen overheidsorgaan. Die rolverdeling moet helder zijn om misverstanden en juridische onduidelijkheid te voorkomen.
Bescherming van bijzondere persoonsgegevens
Een specifiek punt in het advies gaat over de bescherming van bijzondere persoonsgegevens. Lokale omroepen werken vaak met vertegenwoordigers van maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen. Hun gegevens – bijvoorbeeld geloofsovertuiging of levensbeschouwing – vallen onder de categorie ‘bijzondere persoonsgegevens’ en vragen extra zorgvuldigheid.
De Raad van State vindt dat het wetsvoorstel concreter moet aangeven welke passende maatregelen worden genomen om deze gegevens te beschermen. Het gaat dan bijvoorbeeld om stevige waarborgen rond toegang tot gegevens, bewaartermijnen, beveiliging en duidelijke afspraken over wie waarvoor verantwoordelijk is.
Conclusie: wetsvoorstel eerst aanpassen
Samenvattend ziet de Raad van State Mediawet lokale omroep-plannen als een belangrijke stap richting een sterker stelsel, maar met wezenlijke risico’s en onduidelijkheden. De voordelen van landelijke bekostiging en schaalvergroting zijn nog onvoldoende aangetoond, terwijl de kans bestaat dat omroepen verder van hun lokale achterban af komen te staan.
Daarnaast is de keuze voor een vast maximum van tachtig omroepgebieden volgens de Raad van State te rigide, roept de rolverdeling tussen NLPO en gemeenteraad vragen op, en is de bescherming van bijzondere persoonsgegevens nog te weinig uitgewerkt. Daarom luidt het eindoordeel dat de regering het wetsvoorstel niet naar de Tweede Kamer zou moeten sturen, tenzij de genoemde punten eerst worden aangepast en beter gemotiveerd.
Met dit stevige, maar constructieve advies ligt de bal nu bij de regering. Pas als het wetsvoorstel is aangescherpt, kan duidelijk worden of de voorgenomen wijziging van de Mediawet 2008 daadwerkelijk zal leiden tot een duurzaam sterke, onafhankelijke en lokaal goed verankerde publieke omroepsector.
Ontdek meer van Westfriesland Praat
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.















