MEDEMBLIK – De rechtbank op Schiphol veroordeelt vijf minderjarige verdachten voor het verlenen van hulp aan de daders van een schiet- en steekpartij op 12 februari 2024 bij het treinstation in Purmerend. Hierbij is een persoon overleden en een ander zwaargewond geraakt. De minderjarigen zijn betrokken geweest bij het schoonmaken, verbergen en wegmaken van het gebruikte mes en vuurwapen. De rechtbank legt hen straffen op variërend van (on)voorwaardelijke jeugddetentie en een voorwaardelijke PIJ-maatregel (Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen) tot werkstraffen.
Lees ook: 16-jarige verdachte neerschieten 19-jarige inwoner Medemblik voor de rechter
Vete
Het incident op 12 februari 2024 was een escalatie van een al langer durende vete tussen twee rivaliserende groepen jongeren in Purmerend. Er is een scala aan incidenten aan voorafgegaan, waaronder mishandelingen, ontploffingen, wederrechtelijke vrijheidsberoving en steekpartijen. De (meerderjarige) hoofdverdachten, waaronder de vermeende schutter, moeten later dit jaar voor de rechtbank verschijnen.
De rechtbank moet bepalen of en wanneer de verdachten het wapen of het mes in hun bezit kregen en of zij op dat moment wisten dat de wapens bij het incident op 12 februari waren gebruikt. De rechtbank heeft het bewijs vooral gebaseerd op telefoonverkeer en berichten op social media. De verdachten hebben zowel tijdens het onderzoek als op de zitting grotendeels gezwegen.
Beslissing van de rechtbank
De rechtbank vindt bewezen dat de vijf verdachten de daders van de schiet- en steekpartij hebben geholpen. Zij hebben sporen vernietigd en verborgen. Hierdoor belemmerden zij de opsporing van zeer ernstige strafbare feiten. Het gebruikte vuurwapen is tot op heden niet teruggevonden. De rechtbank rekent dit de verdachten zwaar aan en maakt zich zorgen over het gemak waarmee de verdachten zich over de wapens hebben ontfermd.
Bij het bepalen van de straffen heeft de rechtbank, behalve op de hoeveelheid feiten en de aard en de ernst daarvan, gelet op de mate van hun betrokkenheid bij het wissen van de sporen van de schiet- en steekpartij. De rechtbank heeft daarbij in het bijzonder meegenomen dat alle verdachten op jonge leeftijd hebben meegewerkt aan het wegmaken van een vuurwapen of een mes en deze wapens ook daadwerkelijk in hun bezit hebben gehad. Dit, terwijl de verdachten wisten dat deze wapens kort daarvoor gebruikt waren bij een dodelijke schietpartij en een ernstig steekincident.
Straf
Twee van de verdachten stonden naast het wissen van de sporen ook terecht voor aanranding en een aantal vermogens- en geweldsdelicten, waaronder een straatroof, een inbraak, het mishandelen en bespugen van een treinconducteur en het bedreigen van een politieman. Een van hen is twee dagen na de schietpartij aangehouden met het mes dat gebruikt is op 12 februari. Hij is veroordeeld tot een jeugddetentie voor de duur van 327 dagen waarvan 30 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Aan hem is verder een voorwaardelijke PIJ-maatregel opgelegd. De ander is veroordeeld tot een jeugddetentie van 228 dagen, waarvan 60 dagen voorwaardelijk. Aan beiden is onder andere een contactverbod met medeverdachten opgelegd.
De drie overige verdachten hebben werkstraffen van 90 uur gekregen. Bij een van hen is een deel daarvan, te weten 20 uur, voorwaardelijk opgelegd. Hieraan heeft de rechtbank een proeftijd van een jaar verbonden met de bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich zal laten begeleiden door de jeugdreclassering.
Vrijspraak
Een zesde verdachte is vrijgesproken, omdat de rechtbank niet heeft kunnen vaststellen dat zij wist dat de fles ammoniak die zij heeft gekocht zou worden gebruikt om het mes schoon te maken
Ontdek meer van Westfriesland Praat
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.