MEDEMBLIK, 14 december 2025 – Niet alleen de grote kerken in Nederland, zoals de rooms-katholieke en protestantse gemeenten, zien hun ledental al jaren teruglopen. Ook kleinere geloofsgemeenschappen merken dat de maatschappelijke betekenis van religie afneemt. Voor de Doopsgezindenkerk in Medemblik betekent dit zelfs het definitieve einde. Met de allerlaatste dienst die vandaag wordt gehouden, sluit een bijzonder hoofdstuk in de religieuze en lokale geschiedenis van de stad.
Oorsprong van de doopsgezinden
De doopsgezinden, ook wel bekend als mennonieten, mennisten, dopers of dopersen, vormen de Nederlandse tak van een oorspronkelijk radicaal-reformatorische stroming binnen het protestantse christendom. Hun ontstaan gaat terug tot het begin van de zestiende eeuw, toen zij zich in Friesland afsplitsten van de Lutherse Reformatie. De beweging legde sterk de nadruk op volwassenendoop, geweldloosheid en een sober, zuiver leven.
Tijdens de Republiek ontwikkelden zich vier hoofdrichtingen binnen de doopsgezinde gemeenschap: de Waterlanders, Friezen, Hoogduitsers en Vlamingen. Deze groepen kenden onderling verschillen in leer en praktijk. De Friezen en Vlamingen splitsten zich later zelfs nog verder op in Jonge en Oude Friezen en Jonge en Oude Vlamingen. Ondanks deze verdeeldheid bleven de doopsgezinden herkenbaar door hun sterke gemeenschapszin en hun nadruk op persoonlijke geloofsbeleving.
Gedoogd, maar verborgen
Net als Joden en katholieken werden doopsgezinden in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden slechts ‘gedoogd’. Dat betekende dat zij hun geloof mochten belijden, maar niet openlijk. Kerkgebouwen mochten niet herkenbaar zijn als kerk en publieke uitingen van geloof waren verboden. Dit leidde tot het ontstaan van zogenoemde schuilkerken.
Deze schuilkerken werden vaak bewust buiten het zicht gebouwd: een eind van de rooilijn van een straat of zelfs volledig verborgen achter woonhuizen midden in een bouwblok. Voorbeelden daarvan zijn te vinden in plaatsen als Grouw, Haarlem en Deventer. Ook in Medemblik was dit het geval. De Doopsgezindenkerk aan de Tuinstraat was van buitenaf niet als kerk te herkennen en ging daardoor naadloos op in de bebouwing.
De ‘Vermaning’ in Medemblik
De benaming die de doopsgezinden aan hun kerkgebouwen gaven, zegt veel over hun levenshouding. Zij spraken niet van een kerk, maar van een ‘Vermaning’: een plaats waar men elkaar aanspoorde tot een zuiver, eenvoudig en moreel leven. De Vermaning in Medemblik, gelegen aan de Tuinstraat, vervulde die rol eeuwenlang voor de lokale doopsgezinde gemeenschap.
Vanaf 1580 kreeg men, met toestemming van Willem van Oranje, de mogelijkheid om een Doopsgezinde kerk in Medemblik te bouwen, dit gebeurde dan ook in 1687. Die toestemming kwam echter met duidelijke beperkingen: het gebouw mocht niet zichtbaar zijn als kerk en ook geluid, zoals klokgelui, was verboden. Zo bleef de Vermaning jarenlang een stille, bijna onzichtbare plek van samenkomst, bekend bij ingewijden maar nauwelijks opvallend in het straatbeeld.
Bekende doopsgezinden
De doopsgezinden hebben door de eeuwen heen opvallend veel invloedrijke personen voortgebracht. Tot de bekendste historische aanhangers behoort Jan Adriaanszoon Leeghwater, de beroemde molenmaker en waterbouwkundige die een belangrijke rol speelde bij het droogleggen van verschillende polders. Ook dichter Joost van den Vondel had doopsgezinde wortels.
In de moderne tijd zijn namen als cabaretier Seth Gaaikema, oud-minister Winnie Sorgdrager en voormalig vicepremier Annemarie Jorritsma verbonden aan de doopsgezinde traditie. Zij illustreren hoe deze relatief kleine geloofsgemeenschap een blijvende stempel heeft gedrukt op de Nederlandse cultuur en politiek.
Het einde van een tijdperk
Voor de Doopsgezindenkerk in Medemblik is nu het moment gekomen om afscheid te nemen. De eigenaar van het gebouw, de Verenigde Doopsgezinde Gemeente Barsingerhorn, Zijpe, Wieringermeer en Medemblik, heeft besloten de kerk te sluiten. De afnemende omvang van de gemeente maakt voortzetting niet langer haalbaar.
Met de laatste dienst komt er na honderden jaren een einde aan de Vermaning in Medemblik. Daarmee verdwijnt opnieuw een stukje religieus erfgoed uit het actieve geloofsleven van de stad. Tegelijkertijd willen de eigenaren dat het gebouw een goede en zinvolle nieuwe bestemming krijgt. Inwoners van Medemblik worden nadrukkelijk uitgenodigd om mee te denken over de toekomst van het pand.
Toekomst met respect voor het verleden
Hoewel het kerkelijk gebruik stopt, blijft de historische waarde van het gebouw groot. De wens is dat de voormalige Vermaning een functie krijgt die recht doet aan zijn verleden en betekenis voor Medemblik. Zo sluit een lange geschiedenis van verborgen geloofsbeleving af, maar ontstaat ook ruimte voor een nieuw hoofdstuk.
Na eeuwen waarin de Doopsgezindenkerk onzichtbaar maar standvastig aanwezig was, valt nu definitief het doek. Wat blijft, is het verhaal van een gemeenschap die in stilte haar geloof beleefde en daarmee een blijvende plaats inneemt in de geschiedenis van Medemblik.
Ontdek meer van Westfriesland Praat
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.











