Column Jeanine van Voorden: ‘Stille armoede in Westfriesland: Achter de glans van het scherm’

woman sitting in front of macbook

In de ochtendzon glinsterde het dorp Zwaagdijk als een ansichtkaart. Rij aan rij stonden nette rijtjeshuizen met verzorgde tuintjes, waar de bloesem van fruitbomen zachtjes bewoog in de lentewind. In de opritten stonden glanzende auto’s: een paar Volvo’s, een Audi hier en daar, en zelfs een gloednieuwe elektrische Tesla bij de hoekwoning van de familie Kramer. De huizen hadden zonnepanelen, de ramen waren nieuw en voorzien van driedubbel glas. Op het eerste gezicht leek armoede hier iets van een andere wereld, iets wat alleen in de grote stad bestond — maar niets was minder waar.

In huisnummer 37 woonde Petra met haar twee kinderen, Levi van 9 en Nienke van 6. Petra werkte drie dagen per week als administratief medewerker bij een agrarisch bedrijf net buiten Hoorn. Haar ex-man had sinds de scheiding nauwelijks alimentatie betaald, en hoewel ze formeel niet in de schuldsanering zat, was elke maand een strijd. Ze had een iPhone, inderdaad — een model van drie jaar oud, aangeschaft op afbetaling toen haar vorige telefoon definitief het begaf. Haar kinderen speelden op een PlayStation 4, gekregen van een vriendin die een nieuwer model had gekocht.

De televisie in de woonkamer was groot, 55 inch, strak tegen de muur gemonteerd. Een ogenschijnlijk luxeartikel, maar wie de achtergrond kende, wist beter: Petra had hem op afbetaling gekocht via een bekende webshop, met een rentepercentage waar ze zich later rot van schrok. “Iedereen heeft zo’n tv,” had ze tegen zichzelf gezegd. “En ik wil ook niet dat mijn kinderen zich hoeven te schamen als er vriendjes komen spelen.”

Daar zat precies het probleem: stille armoede is niet zichtbaar. De sociale druk om “mee te doen” is ook in Westfriesland groot. In een samenleving waar de buitenkant telt, waar kinderen elkaar vergelijken op schoolpleinen en ouders in groepsapps onbewust de lat steeds hoger leggen, is het bijna onmogelijk om je financiële situatie openlijk bespreekbaar te maken.

Petra deed haar best. Ze kocht slim in, lette op aanbiedingen, en wist precies wanneer de lokale supermarkt producten met 35% korting stickerde. Ze draaide was op lage temperatuur, verwarmde slechts twee kamers in huis, en had haar kinderen aangeleerd het licht uit te doen zodra ze een kamer verlieten. Toch kwam ze elke maand geld tekort. Kleine tegenvallers — een kapotte wasmachine, een lekke band, een onverwachte tandartsrekening — gooiden telkens het wankele evenwicht omver.

Op papier was Petra “gemiddeld”. Geen bijstandsmoeder, geen werkloze. Ze had een baan, een huis, een auto (een tweedehands Hyundai i20 van twaalf jaar oud). Maar onder de oppervlakte wrong alles. Haar zorgverzekering was al maanden achterstallig. De gemeente had haar aangeschreven over een betalingsregeling voor de gemeentelijke belastingen. Haar energierekening was slechts gedeeltelijk betaald. En toch… wie haar op straat zag, zou denken dat ze haar zaken prima op orde had.


Een paar straten verderop woonde Jordi, 17 jaar, bij zijn moeder Karin. Jordi liep stage bij een ICT-bedrijf en was fanatiek gamer. Zijn kamer was ingericht als een kleine commandopost: een gaming-pc met lichtgevende ventilatoren, een ultrabreed beeldscherm, en een bureau met verstelbare RGB-verlichting. Hij had het grootste deel van de spullen tweedehands gekocht, gespaard van verjaardagen, klusjes en soms met hulp van zijn opa. De buitenwereld zag alleen het resultaat — een jongen met dure spullen — en niet de moeite en keuzes die eraan vooraf gingen.

Karin werkte in de thuiszorg, parttime, en zat zelf met rugklachten waarvoor ze wachtte op een operatie. Ze had een oude laptop waarmee ze haar administratie probeerde bij te houden. Toen Jordi zijn gaming-pc kreeg, hoorde ze mensen zeggen: “Zij zal het wel breed hebben, met zo’n setup voor die jongen.” Wat ze niet wisten: ze ging al maanden niet uit, droeg jarenoude kleding, en had haar eigen bril met plakband gerepareerd omdat een nieuwe onbetaalbaar was.

Karin voelde de stille oordelen van haar omgeving. In de supermarkt durfde ze soms geen A-merk in haar mandje te leggen, bang dat mensen haar ‘te luxe’ vonden. Maar tegelijk voelde ze zich schuldig als ze huismerken kocht voor Jordi, bang dat hij op school gepest zou worden omdat hij ‘arme’ lunch mee had. Het balanceren tussen schaamte, trots en liefde voor haar kind vrat aan haar.


Stille armoede in Westfriesland is een contradictie. In een regio waar het platteland ruim oogt en het leven ‘gezellig’ lijkt, schuilt achter de voordeur vaak een heel ander verhaal. Statistisch valt het misschien wel mee — er zijn relatief weinig bijstandshuishoudens in de regio — maar de cijfers vertellen niet wie ’s avonds ligt te piekeren of er volgende maand nog genoeg geld is voor schoolboeken, sportclubs of een kinderfeestje.

De gemeente Enkhuizen bood een paar keer per jaar informatieavonden over schuldpreventie en financiële educatie, maar die werden matig bezocht. “Het is toch een taboe,” zei een maatschappelijk werker. “Zolang mensen geen honger lijden of dakloos zijn, nemen ze hun zorgen niet mee naar buiten. Schaamte is een krachtig wapen tegen openheid.”

Een schrijnend voorbeeld was het gezin Verhoeven in Andijk. Beiden ouders werkten: de vader als schilder, de moeder in een winkel. Hun drie kinderen hadden allemaal een tablet, omdat de scholen dat steeds vaker vroegen voor huiswerk en les. De apparaten waren aangeschaft via een leaseconstructie met school, maar daardoor ontstond extra druk op het maandbudget. Toen hun koelkast stukging, konden ze pas na zes weken een nieuwe kopen. Ze bewaarden melk en vlees in een koeltas met koelelementen. Niemand wist ervan. “Je gaat toch niet zeggen tegen een ander dat je geen koelkast hebt?” zei de moeder later. “Dan denken ze dat je je kinderen tekortdoet.”


De opkomst van sociale media heeft het probleem intenser gemaakt. Op Instagram en TikTok laten jongeren uit Hoorn en Medemblik hun nieuwste gadgets, kleding en vakanties zien. Voor gezinnen met een smalle beurs is het moeilijk uitleggen waarom zij niet ‘mee kunnen’. Kinderen weten steeds jonger wat ‘duur’ en ‘goedkoop’ is. En dus doen ouders hun best, zelfs als dat betekent dat ze schulden maken om een verjaardagscadeau niet onder te laten doen voor dat van een klasgenoot.

“Je ziet de armoede niet,” zei een basisschooldirecteur uit Wervershoof. “Maar je merkt het aan de stress bij ouders, aan kinderen die zonder ontbijt komen, of aan het feit dat sommige ouders nooit meegaan op schoolreisjes. Ze vallen stil, trekken zich terug, omdat het pijn doet.”


Westfriesland oogt welvarend, en in veel opzichten ís het dat ook. Maar tussen de zonnepanelen, elektrische auto’s en glanzende keukens zitten ook scheuren. Die scheuren zijn niet van beton, maar van financiële zorgen, schaamte en onzichtbare keuzes die mensen dagelijks maken. De stille armoede laat zich niet zien in rafelige kleding of lege keukenkasten. Ze verschuilt zich achter flatscreens, smartphones en keurig onderhouden voortuinen — de façade die nodig is om erbij te blijven horen.

Wie goed kijkt, ziet het misschien: de stress in iemands blik bij de kassa, de afwezige blik van een moeder op het schoolplein, het kind dat nooit met gym meedoet omdat er geen goede schoenen zijn. Stille armoede fluistert. En het wordt tijd dat we beter leren luisteren.

Jeanine van Voorden
Columniste Westfriesland Praat
Verhalenschrijfster

Mijn verhalen zijn fictief met een kern van waarheid.

Deel dit bericht

Ontdek meer van Westfriesland Praat

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

nl Nederlands

Ontdek meer van Westfriesland Praat

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder