Raad van State: Motorverbod Zuiderdijk terecht ingetrokken

DRECHTERLAND, 10 december 2025 – Op 10 december 2025 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan over het geschil rond het weekendverbod voor motorfietsen op de Zuiderdijk en Schellinkhouterdijk. De hoogste bestuursrechter oordeelde dat het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier én later de gemeente Drechterland het besluit uit 2021 terecht hebben ingetrokken. De bezwaren van twee omwonenden, die de geluidsoverlast en verkeersonveiligheid door motorfietsen te hoog vonden, werden ongegrond verklaard.

De kwestie speelde al langere tijd. In mei 2021 stelde het college van dijkgraaf en hoogheemraden een weekendverbod in voor motorfietsen tussen Venhuizen en Hoorn, geldend van 1 april tot en met 31 oktober. De Motorrijders Actie Groep (MAG) maakte bezwaar en vocht het verbod aan. De Raad van State oordeelde in juni 2024 dat het besluit onvoldoende was onderbouwd en dat het college opnieuw moest beslissen.

Nieuw geluidsonderzoek vormde basis voor herzien besluit

Om aan de uitspraak van 2024 te voldoen, gaf het college opdracht aan Valersi Geluidbureau om opnieuw onderzoek te doen naar de geluidssituatie op de dijk. Op 7 november 2024 werd het rapport opgeleverd. Hieruit bleek onder meer dat motorfietsen gemiddeld hogere piekbelasting veroorzaken dan auto’s, maar dat deze verschillen onvoldoende aanleiding bieden voor een volledig weekendverbod.

Het college besloot daarop op 17 december 2024 het eerdere besluit uit 2021 in te trekken. Twee omwonenden,tekenden beroep aan omdat zij vonden dat het verbod juist noodzakelijk was om geluidsoverlast en onveiligheid te verminderen.

Beoordelingsruimte college: verkeersbelangen versus gevolgen

De Raad van State toetste of het college zijn beoordelingsruimte op de juiste wijze had gebruikt, zoals vastgelegd in de Wegenverkeerswet 1994. Het college moet daarbij inzichtelijk maken welke verkeersbelangen spelen, hoe zwaar die wegen en hoe de belangen van omwonenden meewegen.

Volgens de Afdeling is dat zorgvuldig gebeurd. Zo bleek uit cijfers dat verkeersongevallen in het gebied niet uitsluitend toe te schrijven zijn aan motorfietsen. Ook meldingen van onveiligheid lieten een gemengd beeld zien. Het college kon daarom redelijkerwijs concluderen dat een specifiek motorverbod niet de juiste maatregel was om verkeersveiligheid te verbeteren.

Geluidsonderzoek Valersi voldoet aan kwaliteitseisen

De omwonenden stelden dat het rapport van Valersi gebrekkig was. Zo zouden gevaarlijke verkeerssituaties niet zijn geregistreerd en ontbraken tellingen per type weggebruiker. De Afdeling verwierp die bezwaren. Het onderzoek bevatte wél voldoende onderscheid tussen voertuigen, waaronder de constatering dat motorfietsen gemiddeld 16 dB hogere piekbelasting veroorzaken.

Daarnaast bleek niet aannemelijk dat het onderzoek beïnvloed was doordat de meetperiode vooraf was aangekondigd. De Raad van State oordeelde dat de appellanten hiervoor geen concrete aanwijzingen hadden aangedragen.

Belangen omwonenden wel meegewogen, maar niet doorslaggevend

De omwonenden voerden verder aan dat hun belangen onvoldoende waren betrokken en dat het college vooral naar de belangen van motorrijders zou hebben gekeken. De Raad van State trok dit in twijfel. In het besluit van december 2024 had het college juist expliciet erkend dat omwonenden hinder ervaren, maar ook benadrukt dat een maatregel die enkel motorfietsen raakt onevenredig zou zijn.

Het college gaf bovendien aan dat het op zoek gaat naar andere, meer evenwichtige maatregelen om ervaren overlast terug te dringen. Het intrekken van het verbod vormt volgens de Afdeling geen onevenredige benadeling van omwonenden.

Uitspraak: beroepen ongegrond

De Raad van State verklaarde beide beroepen ongegrond. Daarmee blijft de intrekking van het motorverbod in stand en hoeft het college geen proceskosten te vergoeden.

De uitspraak sluit daarmee een langlopende juridische discussie af, al is nog onduidelijk welke alternatieve maatregelen de gemeente Drechterland gaat onderzoeken om de ervaren overlast en verkeersdrukte op de Zuiderdijk terug te dringen.