man in blue crew neck shirt

Veertien jaar lang heb ik mezelf dat sprookje wijsgemaakt. Veertien jaar van wasmanden die overliepen, kruimels op het aanrecht die mysterieuze vermenigvuldigingsdrang leken te hebben, en wc-rollen die, volgens mijn man, kennelijk uit zichzelf moesten worden vervangen.

Niet te bevatten

Maar vorige week gebeurde het ondenkbare: mijn man hielp mee in het huishouden. Niet halfslachtig, niet omdat er visite kwam of omdat ik op ontploffen stond, maar uit zichzelf. Ik kan nog steeds niet helemaal bevatten hoe het is gebeurd.

Het begin: mijn innerlijke martelaar

Toen we net samenwoonden, vond ik het stiekem leuk om voor hem te zorgen. Liefde gaat door de maag, toch? Dus ik kookte, poetste, deed de was, en vond het allemaal prima. Hij werkte veel en ik wilde hem ontzorgen. In die eerste jaren voelde ik me een soort huishoudelijke Florence Nightingale, die met een glimlach de strijd aanging tegen vieze sokken en aangekoekte pannen.

Maar langzaam, heel langzaam, begon er iets te knagen. Het was altijd míjn verantwoordelijkheid. Als het huis een chaos was, was het míjn schuld. Als er geen schone onderbroeken waren, werd er verbaasd naar míj gekeken. Mijn man leek te leven in een parallel universum waarin stofzuigers niet bestonden en het aanrecht zichzelf schoonmaakte.

Ik probeerde het subtiel aan te kaarten. “Schat, zou jij misschien een keer de vaatwasser willen uitruimen?” vroeg ik dan met mijn liefste stem.
“Tuurlijk,” zei hij opgewekt.
Een week later stond de vaatwasser nog steeds vol.

De stille woede

Na een jaar of vijf veranderde mijn toon. Ik vroeg niet meer, ik commandeerde. “Jij doet de vuilnis. Nu.”
Hij deed het. Soms. Maar altijd met een zucht alsof hij net gevraagd was om de Mount Everest te beklimmen.

Het meest frustrerende was niet eens dat hij het werk niet deed, maar dat hij het niet eens zag. Ik kon de woonkamer hebben gedweild, de ramen gelapt en drie wassen gedraaid, en hij kwam thuis, gaf me een kus en zei:
“Wat heb jij gedaan vandaag?”
Dat was het moment waarop ik besloot dat mijn huwelijk een proefproject voor mijn zelfbeheersing was.

De doorbraak

En toen kwam vorige week.
Ik was moe, ik had een lange werkdag achter de rug, en ik was klaar om, zoals altijd, mijn rol als huishoudelijk opperhoofd op me te nemen. Ik kwam thuis en… ik rook iets. Geen bedorven geur van volle vuilnisbakken, maar de frisse geur van schoonmaakmiddel.

“Verrassing!” riep hij vanuit de keuken.
Ik stond perplex. Hij had het hele huis gestofzuigd, gedweild, de was opgevouwen, én hij had gekookt. Ik keek om me heen alsof ik in een alternatieve realiteit was beland.
“Eh… waarom?” vroeg ik stomverbaasd.
Hij haalde zijn schouders op. “Ik dacht, na veertien jaar… het wordt misschien eens tijd.”

De nieuwe ik

Sinds die dag lijkt er iets veranderd. Hij pakt uit zichzelf de wasmand, zet de vaatwasser aan zonder dat ik er iets van zeg, en laatst hoorde ik hem zelfs mopperen over een vlek op het aanrecht. Mijn man, de man die ooit dacht dat wc-borstels alleen bestonden voor de sier!

Het gekke is: ik weet niet goed wat ik met mezelf aan moet nu. Ik ben zo gewend om degene te zijn die alles regelt, dat ik nu moet leren loslaten. Soms merk ik dat ik hem corrigeer.
“Je moet eerst het water opzetten vóór je de aardappels schilt,” zei ik laatst terwijl hij kookte.
Hij keek me aan met opgetrokken wenkbrauwen. “Wil je dat ik help, of wil je dat ik het precies jouw manier doe?”
Tja. Touché.

Reflectie

Ik besef nu dat ik te lang heb geprobeerd alles zelf te doen. Misschien was het deels mijn eigen trots. Het voelde alsof ik faalde als vrouw als het huis niet op orde was. Maar in werkelijkheid faalden we samen.

Het is niet alleen een overwinning dat hij eindelijk helpt, het is ook een overwinning op mijn eigen neiging om alles te willen controleren.

En eerlijk is eerlijk: het is ook een beetje romantisch. Het feit dat hij na veertien jaar ineens besluit écht mee te doen, voelt als een liefdesverklaring. Niet eentje met rozen en kaarslicht, maar met een stofzuiger en een fles allesreiniger.

Veertien jaar wachten is lang. Te lang.

Maar het is nooit te laat om te veranderen. Ons huis is nog steeds niet perfect, en soms laat hij zijn sokken strategisch verspreid liggen alsof hij een spoor uitzet voor een speurtocht.
Maar nu weet ik dat hij het ziet, dat hij verantwoordelijkheid neemt, en dat ik er niet meer alleen voor sta.

En dat, lieve lezers, is meer waard dan een bos bloemen.

Daphne de Jong

Eindredacteur westfrieslandpraat.nl


Ontdek meer van Westfriesland Praat

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.