Het blijft een fascinerend fenomeen: de sociale mediadeskundige. Gewapend met een Twitter-account, een vlotte pen en een flinke dosis zelfvertrouwen, weten zij altijd meer dan de wetenschappers die hun halve leven in bibliotheken, laboratoria en universiteitszalen hebben doorgebracht. Waarom zou je ook tien jaar studeren en promoveren, als je met één goed geplaatste post duizenden likes kunt oogsten?
Neem het debat over klimaatverandering. Terwijl klimaatwetenschappers bergen data verzamelen, modellen ontwikkelen en jarenlang onderzoek doen, verschijnt er altijd wel iemand op Facebook die roept: “Maar vorig jaar hadden we een koude winter, dus global warming bestaat niet.” Bam. Argument gewonnen. Het aantal likes dat volgt, geeft de indruk dat de wetenschap verslagen is. Alsof de waarheid niet meer wordt bepaald door bewijs, maar door algoritmes.
Hetzelfde zien we bij medische onderwerpen. Vaccins? Virologen kunnen pagina’s volschrijven over mRNA-technologie en klinische trials, maar de sociale mediadeskundige weet het beter: “Ik heb ergens op YouTube gezien dat er een chip in zit.” Dat dit filmpje afkomstig is van een schimmig kanaal met complotmuziek en wazige beelden van experimenten uit de jaren ’70, maakt niets uit. Het past binnen het eigen gelijk, en dus is het waar.
Hoe kan dit? Het antwoord zit in de kracht van overtuiging en emotie. Wetenschap is vaak genuanceerd. Een onderzoeker zegt: “Op basis van onze data zien we een waarschijnlijkheid van 87%.” Een sociale mediadeskundige zegt: “Ik weet het zeker.” En wie wint? Juist, de persoon met de zekerheid. Mensen houden niet van twijfel, ze willen simpele antwoorden.
Bovendien is er nog iets: snelheid. Wetenschappers publiceren pas na jaren onderzoek en talloze peer reviews. Sociale mediadeskundigen publiceren direct, in de trein of zelfs vanachter de keukentafel. Een simpele mening wint het van een dikke stapel bewijs. De wetenschap is langzaam, zorgvuldig, soms saai. Sociale media zijn snel, emotioneel, en ontworpen om te scoren.
Toch wringt hier iets. Want wetenschap is niet onfeilbaar, maar wel het beste instrument dat we hebben om de wereld te begrijpen. Het idee dat iemand met nul achtergrondkennis, gewapend met een mening en een WiFi-verbinding, de expertise van mensen met decennia aan studie kan wegvegen, is bijna absurd. Het is alsof je een loodgieter vervangt door iemand die ooit een YouTube-filmpje zag over een lekkende kraan. Je huis staat binnen de kortste keren blank.
De vraag is: waarom laten we dit gebeuren? Misschien omdat sociale media ons allemaal het gevoel geven dat we gehoord worden. En dat is op zichzelf mooi. Democratisering van het debat kan waardevol zijn. Maar er is een verschil tussen meedoen en alles beter weten.
Het wordt gevaarlijk als de stem van de sociale mediadeskundige zwaarder gaat wegen dan die van de expert. Als complotten de plaats innemen van kennis. Als meningen het winnen van feiten. Dan krijgen we een samenleving waarin we niet meer bouwen op bewijs, maar op de illusie van gelijk.
Misschien moeten wetenschappers wat leren van sociale mediadeskundigen. Iets minder jargon, iets meer helderheid. Niet elke nuance hoeft in de eerste zin. Maar het omgekeerde geldt ook: sociale mediadeskundigen zouden wat meer bescheidenheid kunnen tonen. Het is geen schande om te zeggen: “Ik weet het niet.” Sterker nog, dat is precies wat goede wetenschap zo krachtig maakt: de bereidheid om te twijfelen.
De waarheid is niet wat de meeste likes krijgt. De waarheid is vaak ingewikkelder, minder sexy, en moeilijker uit te leggen. Maar als we die vergeten, belanden we in een wereld waar iedereen alles weet – en niemand nog iets begrijpt.
Daphne de Jong
redactie@westfrieslandpraat.nl
Ontdek meer van Westfriesland Praat
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.