HOOGWOUD, 13 november 2025 – Deze week bezocht het college van burgemeester en wethouders de archeologische opgraving in Hoogwoud-Oost, een belangrijke stap in de voorbereiding op de ontwikkeling van de nieuwe woonwijk. Voordat er gebouwd mag worden, moeten eerst alle mogelijke archeologische resten zorgvuldig worden onderzocht en vastgelegd.
Verkleuringen in de grond onthullen verleden
Archeologie West-Friesland heeft het terrein onderzocht door proefsleuven te graven. Daarmee kan snel en effectief worden bepaald welke structuren zich onder de grond bevinden.
De archeologen letten vooral op verkleuringen in de bodem, die aangeven wat er zich in het verleden heeft afgespeeld. Zo worden oude verkavelingen, greppels, slootjes en restanten van bouwwerken zichtbaar. Alle archeologische sporen worden nauwkeurig geregistreerd en op kaarten vastgelegd.
Bewoning vanaf de bronstijd
Het onderzoeksgebied blijkt een rijk verleden te hebben. Al in de bronstijd, rond 1500 voor Christus, woonden hier mensen. De archeologen onderzoeken of er nog prehistorische sporen uit die periode aanwezig zijn.
Dat het gebied eeuwenlang bewoond is geweest, staat inmiddels vast: sporen uit de middeleeuwen zijn al aangetroffen tijdens het onderzoek.
Belang voor toekomstige woningbouw
Het archeologisch onderzoek is essentieel voordat de gemeente kan starten met de bouw van de nieuwe woonwijk in Hoogwoud-Oost. Door de huidige en toekomstige bewoners inzicht te geven in de geschiedenis van het gebied, wordt het verleden van Hoogwoud zorgvuldig geborgd.
Ontdek meer van Westfriesland Praat
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.