18-jarige plofkraker juwelierszaak Avenhorn krijgt jeugddetentie

De rechtbank in Alkmaar

AVENHORN – De 18-jarige Romario M. uit Haarlem heeft volgens de rechtbank op 9 mei 2024 samen met anderen een vuurwerkbom tot ontploffing gebracht op een raam van Loos Juweliers in Avenhorn met de bedoeling om horloges mee te nemen. De jongen werd tijdens de inhoudelijke zitting van 4 maart in de rechtbank van Alkmaar door het openbaar ministerie van behalve de aanslag op Loos Juweliers ook nog van diefstal van een auto in IJmuiden beschuldigd.

M. heeft de kraak bij de juwelier in opdracht van iemand anders uitgevoerd, deze is (nog) niet achterhaald, de opdrachtgever beloofde de jongens dat zij snel geld konden verdienen, de opdrachtgever regelde het explosief die zij aan het raam moesten bevestigen en tot ontploffing moesten brengen. Ook regelde de opdrachtgever(s) een gestolen auto waarmee zij naar Avenhorn zijn gereden.

Toen het explosief was ontploft konden de jongens door een gat in het raam horloges uit de vitrine pakken waarna ze zijn gevlucht. De politie kwam ze op het spoor vanwege een melding van de gestolen auto in IJmuiden, de jongens konden niet lang daarna worden aangehouden, nog voor ze de gestolen horloges konden overhandigen aan de opdrachtgever(s)

Door de ontploffing liep het pand van Loos Juweliers veel schade op, naast de kapotte ruiten en het hekwerk was er ook schade aan de vloer, apparatuur en de inrichting van het pand en aan de juwelen en horloges die in het pand lagen. De eigenaren van Loos Juweliers leden daarnaast schade omdat ze enige tijd niet de deuren konden openen.

De officier van justitie was tijdens de inhoudelijke zitting van mening dat het adolescentenstrafrecht moest worden toepast op M. en vorderde daarom 15 maanden jeugddetentie waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar en de bijzondere voorwaarden die de Jeugd en Gezinsbescherming Amsterdam (JR) zijn geadviseerd, tevens eiste officier van justitie een locatiegebod voor het adres waar hij nu verblijft, het adres van zijn vader, tussen 21.00 en 06.00 uur.

De advocaat van M. mr. Buchel was ook van mening dat M. volgens het adolescentenstrafrecht moest worden veroordeeld maar vond de eis van de officier van justitie niet passend. Volgens de raadsvrouw was het niet wenselijk dat M. opnieuw in detentie zou komen en vroeg daarom in haar pleidooi om de jeugddetentie gelijk te houden aan de tijd dat M. in voorarrest heeft gezeten. De raadsvrouw pleitte ook voor een voorwaardelijke jeugddetentie met de bijzondere voorwaarden geadviseerd door de JR en ook de beëindiging van het elektronisch toezicht bij haar cliënt.

Uitspraak

De rechtbank rekende het M. zwaar aan dat hij bij het plegen van de plofkraak alleen oog heeft gehad voor het geld dat hij daarmee kon krijgen, en niet heeft stilgestaan bij het leed dat hij anderen daarmee toebracht. Uit het rapport van de GZ-psycholoog kwam naar voren dat M. ADHD heeft en cannabis gebruikt met daarnaast een persoonlijkheidsontwikkeling met antisociale trekken. Uit het rapport kwam verder naar voren dat M. wist wat hij deed maar dat zijn cannabisverslaving te maken heeft met zijn actie. M. is nog niet eerder veroordeeld.

De rechtbank kwam tot de conclusie dat een jeugddetentie voor de duur van 10 maanden passend was, waarvan 6 maanden voorwaardelijk en een proeftijd van twee jaar. De rechtbank nam in de uitspraak mee dat M. zijn uiterste best heeft gedaan om zijn leen op orde te krijgen en inmiddels werk heeft. De rechtbank achtte daarom dat het niet wenselijk was om dit te doorkruisen met een onvoorwaardelijke jeugddetentie die langer was dan de tijd van het voorarrest.

Verder was de rechtbank van oordeel dat de bijzondere voorwaarden die de JR heeft geadviseerd noodzakelijk zijn om M. de nodige structuur te geven om zijn leven de positieve richting te blijven geven die hij ook zelf voor ogen heeft. Met de JR achtte de rechtbank het echter niet nodig dat M. langer onder elektronisch toezicht blijft staan, zodat dit kan worden beëindigd.

In tegenstelling tot de JR achtte de rechtbank het nog wel noodzakelijk dat M. zich, in elk geval voorlopig, nog aan een avondklok zal houden. De rechtbank vreest namelijk dat het mis zal lopen als M. in één keer teveel vrijheid krijgt. Bij het bepalen van de tijdstippen voor de avondklok, heeft de rechtbank meegewogen dat het van belang is dat de verdachte naar zijn werk kan gaan en ook tijd heeft voor constructieve vrijetijdsbesteding zoals muziek/ sport of andere hobby’s. Daarom zal de rechtbank een avondklok bepalen van 21.00 uur tot 6.00 uur, voor maximaal drie maanden, waarbij de jeugdreclassering de tijden kan aanpassen.

De advocaat van M. heeft laten weten dat hij niet in hoger beroep gaat.


Ontdek meer van Westfriesland Praat

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Ontdek meer van Westfriesland Praat

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder